Gestalt 1

 

Lopen. De zon. De koude wind. Bomen en ruisen. Grijsheid van verkeer. Paden veel gezien vanuit de doos. Nooit betreden. Loskomen, wegkomen. Alles verbindt. Nu. Zien, horen, voelen (struikelen over de voetpadtegel, tunnel, treurwilg, straat, stappen) met vroeger en met fantasieën. Sneller om de trein te stoppen. De molen. De nooit eindigende en hypergalactische associaties. En maar stappen. In een acht. Bang herkend te worden. Toch worden herkend. Fiscalist. Consultant. Residentie. Creatief. Lucht in de stad. Woorden en stappen. Hoe sneller. De jas open, de wind die de kaken onderkoeld. Tot al het opwarrelend stof gaat liggen en de vogels hun lied vervolgen. De woestijntrein.

7 mei 1997

 

Gestalt 2

De zwarte rand. De vol energie aangebrachte verfkladden. Dominant. De vuurbol. Het rad dat draait. De spelletjes. De afleiding van wat echt is en vanwaar echt contact mogelijk is. Het zwart waarin ik mij terugtrek als iets te dicht komt. Zij, met hun drukte, kleuren en leven. De meeste volgen me niet naar de rand. De donkerte schrikt af. Het zwarte angstige gat. Ze klitten als reactie aaneen. Sommigen vinden het mysterie aantrekkelijk. Het mysterieuze waarvan ze hopen dat het op alles antwoorden heeft. Maar de volheid is de leegte. Het zwart is grenzeloos. Contact veronderstelt grenzen.

7 mei 1997